top of page

10x ANDERS BEZIEN

1

DENK GLOKAAL

De wereld is ons dorp geworden. Dat heeft z’n voor- en z’n nadelen. De wereld ontdekken wordt een fluitje van een cent. Omgekeerd worden ook wij ‘ontdekt’ door de rest van de wereld. Dat roept nieuwe vragen op. Over wie die anderen zijn en over wie we zelf zijn. En, moeilijker nog, hoe wij ons tot elkaar (moeten) verhouden. Hoe het antwoord ook luidt, zeker is dat we een gemeenschappelijk belang én doel hebben. De Verenigde Naties benoemden dit al door 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen af te spreken. Allemaal zijn we gebaat bij een wereld die duurzaam en veerkrachtig is en die iedereen beschutting en veiligheid biedt. Ook in Herentals. Daar komen het globale en het lokale samen in een nieuw, voortdurend te zoeken evenwicht: het glokale. Pendelend tussen Herentals en Wereldtals gaan we op zoek naar wat waardevol is bij ons en in de rest van de wereld. Wat heeft de wereld aan Herentals te bieden? En wat heeft Herentals aan de wereld te bieden? Hoe blijven we te midden van alle veranderingen onszelf, zonder te verstenen onder een stolp? Luidop de vragen durven stellen is al de helft van het antwoord. (zie ook 4. OMARM HET BESTAANDE)

 

2

VERLUCHT DE STAD

Om een stad te verdichten moet je ze open maken. Verdichting is dus méér dan hoogbouw. De zoektocht naar een hogere densiteit in ons stadscentrum en onze dorpskernen gaat hand in hand met het behouden en het maken van open groene ruimte. Zowel in de schaal van de gebouwen als in die van de open ruimte (zie ook 3. DE PUBLIEKE RUIMTE ALS HEFBOOM) moet de menselijke maat richtinggevend zijn. Trage verbindingen kunnen snel worden dankzij nabijheid, de beste mobiliteit die het minste ruimte, energie en grondstoffen kost en de meeste kansen op menselijk contact biedt (zie ook 5. LET OP DE KANARIES). 

 

3

MAAK VAN DE PUBLIEKE RUIMTE EEN HEFBOOM

De leefkwaliteit van een stad wordt bepaald door de kwaliteit van zijn publieke ruimte. Dat was al zo en dat wordt het nog meer naarmate er meer werk wordt gemaakt van verdichting. Met het nieuwe Begijnhofpark, het geherwaarde stadspark en ’t Loopke is een proces van investeren in onze publieke open ruimte ingezet. De pleinvrees lijkt verlaten, nieuwe wegen kunnen worden verkend. En oude herontdekt  (zie ook 4. OMARM HET BESTAANDE). Denk aan de straten van weleer die nog ruimten waren voor ontmoeting  (zie ook 5. DENK AAN DE KANARIES). Als de straat opnieuw de extensie wordt van de woning, dan krijgt verdichting plots lucht. (zie ook 2.VERLUCHT DE STAD)

 

4

OMARM HET BESTAANDE 

Vooruitgang begint met conservatief zijn. De tijd van economische, en dus ook ruimtelijke tabula rasa is voorbij. Eerst moeten we bepalen wat we willen bewaren, pas daarna wat we willen toevoegen of veranderen.  Er is immers veel ruimte te winnen door ze beter te benutten. Door ruimte te delen, zowel in oppervlakte als in tijd, kunnen we ze vermenigvuldigen. Door waardevolle gebouwen en monumenten te herbestemmen kunnen we ze uitspelen voor toeristen én voor onszelf. Dat een kantoorgebouw een academie voor kunsten kan worden en een leegstaande kapel een bruisend café, weten we al. Kan een dorpskerk ook een lokale marktplaats (zie ook 1. DENK GLOKAAL) of een verlengstuk van een school worden? Kan een oude dreef in een binnengebied onderdeel worden van een nieuwe stadsontwikkeling? (zie ook 2. VERLUCHT DE STAD)

 

5

LET OP DE KANARIES

Ooit waren kanaries het even eenvoudige als efficiënte alarmsysteem voor de mijnwerkers (zie ook 9. KISS).  Vandaag zijn mensen de kanaries op het publieke domein:  een straat, een buurt waar geen kinderen, vrouwen, senioren,… te zien zijn, daar schiet de verblijfskwaliteit te kort. Het ontwerp voor een stad of een dorp van de toekomst neemt dus niet de auto maar de mens als maat. (zie ook 3. MAAK VAN DE PUBLIEKE RUIMTE EEN HEFBOOM). 

 

6

GA VAN PARKEERNORM NAAR MOBILITEITSNORM

Hoe meer parkeerplaatsen hoe meer mobiliteit, hebben we lang gedacht. Maar met scha en schande hebben we geleerd: hoe meer parkeerplaatsen, hoe meer auto’s. En meer auto’s betekenen meer beton en asfalt (zie ook 7. GA VOOR EEN ZACHTE STAD), meer luchtverontreiniging en meer files – en dus niet meer maar net minder mobiliteit. Dat moet dus anders. 

Parkeerplaatsen zijn een middel, geen doel. Het doel is ‘meer mobiliteit voor iedereen’. (zie ook 5. LET OP DE KANARIES) Adieu parkeernorm, welkom mobiliteitsnorm dus. Projectontwikkelaars, bouwheren en overheden nodigen we uit om afscheid te nemen van het steriele denken in aantallen parkeerplaatsen. In de plaats gaan we voor een creatieve en inventieve aanpak die inzet op nabijheid, een mix van functies en (gedeelde) multimodaliteit. (zie ook 2 VERLUCHT DE STAD)

 

7

VERZACHT DE STAD

Uit het recente betonrapport van Natuurpunt blijkt dat we bij de slechtste leerlingen van onze provincie horen. Onze betonteller tikt dagelijks sneller aan dan het Vlaamse gemiddelde met zo’n 240 m2 extra betonverharding per dag. Hoog tijd dus voor compensatie(s). We willen onszelf immers niet begraven onder een koud deken van beton en asfalt. Om het hoofd te kunnen bieden aan de klimaatverandering (overstromingen, verdroging, hitte-eilandeffect…) en om de natuur weer toe te laten (zie ook  4. OMARM HET BESTAANDE) moeten we letterlijk en figuurlijk weer kunnen wortelen in de aarde (zie ook 2. VERLUCHT DE STAD).

 

8

VIND RUIMTE VOOR ENERGIE

De stap van fossiele naar hernieuwbare energie betekent een verschuiving van ondergrondse naar bovengrondse ruimte-inname. Ook Herentals ontkomt er niet aan. Landschappen kunnen we niet invoeren, merkte iemand tijdens een GeKoro-avond terecht op (zie ook 4. OMARM HET BESTAANDE).  Maar mogen we van anderen verwachten dat ze hun landschappen offeren voor de onze? (zie ook 1. DENK GLOKAAL)

Het wordt dus zaak een neus te ontwikkelen voor nieuwe opportuniteiten om onze energievraag te beperken en te voorzien in onze energiebehoefte. Er wachten oplossingen op onvermoede plaatsen, zoals onze daken en in de restwarmte van een koekjesfabriek. 

 

9

KISS

Wie bij deze titel dacht aan zoenen, die zit er nauwelijks naast. Want wat is er eenvoudiger dan dat? Keep It Smart and Simple, is een goed devies in een tijd waarin we het vaak te ver gaan zoeken en het te ingewikkeld willen maken.  Concreet: waarom zouden we van ‘fietsstraten’ straten met toeters en bellen (en veel rood asfalt) moeten maken,  terwijl ze in de kernen gewoon de standaard zouden moeten zijn? En ook: laten we afscheid nemen van onze reflex om dadelijk naar infrastructurele oplossingen te grijpen. Die hebben het nadeel dat ze veel geld en tijd kosten en jaren blijven,  ook wanneer ze bij nader inzien niet zo’n goed idee waren.  Een nieuwe parking aanleggen? Misschien is die wel helemaal niet nodig (zie ook 7. VERZACHT DE STAD). Een nieuw gebouw zetten? Misschien is er leegstand die schreeuwt om ingevuld te worden (zie ook 4. OMARM HET BESTAANDE). Enzovoort. En zo verder (maar niet te ver). 

 

10

LAAT KUNST DE GEMEENSCHAP REDDEN

Als de publieke ruimte (zie ook 3. MAAK VAN DE PUBLIEKE RUIMTE EEN HEFBOOM) een plek wordt van ont-moeten (verblijven uit vrije wil) (zie ook 5. LET OP DE KANARIES) in plaats van moeten (omdat je er nu eenmaal moet zijn), dan is er voor kunst een belangrijke rol weggelegd. Kunst verzacht de zeden en dus ook de stad (zie ook 7. VERZACHT DE STAD). 

Laat ons dus ruimte maken voor grote en kleine, oude en nieuwe kunst, van Fraikin tot Kunstacademie (zie ook  4. OMARM HET BESTAANDE). We evolueren dus nog meer  van een stad met een cultureel centrum naar een centrum van cultuur. Muziek, literatuur, schilderkunst, beeldhouwkunst… Potteke Vol, den Boer en Rik Van Looy doen al elk hun verhaal, maar er is nog zoveel meer te vertellen. Als de beelden mogen spreken op straten en op pleinen, van op sokkels, vanuit nissen, van op muren en vanaf de grond, zullen ook de mensen meer praten. Als het onderweg weer boeiend wordt, weet je op je bestemming altijd wat te zeggen.

​

LEES HIER DE 10 QUICK WINS!

bottom of page