top of page

10 INSTRUMENTEN

Handige handvaten om Herentals (en de rest van de wereld) te verbeteren:

 

1

Het batenplan

Te vaak denken wij alleen maar in termen van kosten. Waardoor we de baten domweg uit het oog verliezen. Misschien moeten we maar eens proberen op een nieuwe manier naar de werkelijkheid te kijken: door ook de verwachte lusten in kaart te brengen. Daarbij beperken we ons niet tot de financiële lusten maar kijken we naar alle maatschappelijke opbrengsten: die op vlak van gezondheid, milieu, levenskwaliteit, esthetica. Wedden dat het andere debatten en dus ook andere keuzes oplevert? 

 

2

De kindnorm 

Wanneer is iets goed genoeg? De vraag lijkt moeilijker dan ze is. Als iets goed genoeg is voor een kind, is het meer dan waarschijnlijk goed genoeg voor iedereen. Noem het de kindnorm, die verbazend eenvoudig kan zijn, toch voor wie zelf (klein)kinderen heeft: durf ik mijn achtjarig (klein)kind zelfstandig dit kruispunt laten oversteken? Zo ja, dan is het kruispunt allicht veilig genoeg. Bij twijfel moet het ontwerp toch nog eens ernstig tegen het licht worden gehouden. Zeiden wij dat de mens de maat der dingen was? Laat ons dit dan nog wat preciseren: in het dorp en de stad van de toekomst is het kind de maat der dingen.

 

3

Het collectief huisvestingplan 

De tijd van individuele huisjes bouwen ligt stilaan achter ons. Maatschappelijke urgenties vragen om collectieve antwoorden. Collectieve woonvormen zijn de woonvormen van de toekomst. Vergeet de grauwe kazernes van weleer. Denk aan hedendaagse, kwalitatieve ontwerpen waarin privacy en gemeenschappelijkheid een nieuw evenwicht vinden. Die zoektocht naar nieuwe vormen met meer gedeelde ruimtes vraagt om een plan over het hoe en waar, en afspraken over een sluitende kwaliteitsbewaking. 

 

4

Het dorpstoekomstplan 

We willen dus geen dorp onder een stolp. Tegen een Bokrijkmodel zeggen we ‘neen’. Maar ook tegen een San Gimignano in de Kempen. Wij geloven dat verdichting niet hetzelfde is als ‘appartementisering’. Dorpen kunnen verdichten zonder hun eigenheid te verliezen. Dat vergt een frisse aanpak waarbij we kijken naar wat bewaard moet blijven, waar er ruimte op overschot is, waar er met ruimte wordt gemorst en wat onze toekomstdromen zijn: hoe ziet het ideale Noorderwijk of Morkhoven er in 2050 uit? Als we het antwoord op die vraag kennen, kunnen we systematisch in die richting werken. Dat is een heel ander perspectief dan de tunnelvisie waarbij we projectontwikkelaars hun winsten laten maximaliseren in naam van een veronderstelde noodzaak. 

 

5

De Mà-kaart

Van de Japanners kunnen we nog iets leren. Zij noemen ‘Mà’ de ‘betekenisvolle leegte’. Dat lijkt een beetje abstract, maar wie aan een open landschap denkt, kan er zich wel iets bij voorstellen. Juist de afwezigheid van bebouwing geeft het landschap z’n kwaliteit. Juist de niet-invulling van de ruimte geeft haar betekenis. Het vervelende daarvan is dat we zoiets pas gaan missen wanneer het er niet meer is. En dus al te laat. Vandaar een pleidooi om alle ‘betekenisvolle leegte’ in kaart te brengen. ‘Esscher’ in de ruimtelijke planning als het ware. Op die manier worden we ons tijdig bewust van wat waardevol is en wat zeker behouden moet blijven. Om al één kleine voorafname te doen: de kans dat pakweg het Begijnhof, de Hellekens, het park Van Hilst, de Noorderwijkse dreef, de omgeving van de Hogewegmolen, de Netevallei en de Kempische Heuvelrug op die kaart terecht komen, lijkt ons heel reëel. 

 

De overschotkaart

Stap 1: detecteer de overschotten, dit wil zeggen de restruimtes en de onderbenutte infrastructuur. Door decennialang alleen maar in termen van tekorten te denken, zijn we blind geworden voor het teveel onder onze neus. Stap 2: zet de overschotten op kaart. Zo worden de mogelijkheden zichtbaar : activeren, optimaliseren, opruimen of definitief bestemmen als vrije ruimte. Pas als je weet wat je hebt, wordt helder wat je kan krijgen. 

 

7

De Wegwegkaart 

Het wegweg project klinkt revolutionairder dan het is. Eigenlijk is het niet meer dan gezond boerenverstand. We zitten met een erfenis van jarenlang zorgeloos beton en asfalt gieten. Het resultaat? Overgedimensioneerde kruispunten en te veel verharding die zorgt voor wateroverlast, verkeersonveiligheid en verhitting in tijden van klimaatopwarming, die we bij gebrek aan middelen niet kunnen onderhouden. Hier zijn dus veel vliegen in één klap te slaan. We gaan naar waar we het met minder weg te doen : door te ontharden, door te herbestemmen in functie van een modal shift of door overbodige infrastructuur weg te halen. Weg weg en je krijgt er een pak maatschappelijke baten voor in de plaats. 

 

8

Het korteketenplan

Gek toch dat er sperziebonen uit Kenia worden aangevlogen en aardbeien vanuit Spanje in de file staan, terwijl deze producten om de hoek worden geteeld. Met een korteketenplan gaan we na hoe we de lokale voedselproductie kunnen stimuleren. Lokale verkooppunten, op de boerderij en de eigen streek passen daar alvast in. Als we het slim aanpakken is er winst voor de landbouwer en de gemeenschap. Een sterke lokale economie met meer tewerkstelling, minder vrachtwagens en meer open ruimte. En natuurlijk versere producten met meer voedselveiligheid. 

 

9

Pilootprojecten

En wat als we er nu eens echt werk van maakten. Met vallen en opstaan want bij experimenteren hoort ook af en toe op je bek gaan. Dat is geen ramp zolang we er maar van leren. Nieuwe uitdagingen vragen om nieuwe antwoorden. Vertonen ze tekorten dan sturen we ze bij. Voldoen ze dan rollen we ze verder uit. En voor we het weten hebben we een sneeuwbaleffect. 

 

10

Het inspiratieboek

Het beste hielden we tot laatst. Veel van wat hierboven staat wordt al ergens in praktijk gebracht. We hoeven het warm water niet opnieuw uit te vinden. Laat ons dus eekhoorntjes gewijs goede praktijken verzamelen en er ons voordeel mee doen: inspiratie voor onszelf en overtuigingskracht voor anderen. Wat goed is, moet gedeeld worden opdat het vermenigvuld kan worden. 10x10x10x …

bottom of page